Vergadering van CESNI in Praag op 8 november 2018

08/11/2018

Praag, 8 november 2018 – Het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart heeft dankbaar gehoor gegeven aan de vriendelijke uitnodiging van het Ministerie van Transport van de Tsjechische Republiek en is op donderdag 8 november 2018 bijeengekomen in Praag. Op de vergadering van het Comité is veel bereikt: er zijn in één keer veertien standaarden aangenomen op het gebied van de beroepskwalificaties, die nu de geschiedenis in zullen gaan als “de standaarden van Praag”. Het Comité heeft ook een nieuwe versie van de ES-TRIN aangenomen, de ES-TRIN 2019/1, de Europese standaard met technische voorschriften voor binnenvaartschepen. Deze nieuwe editie vervangt de versie van 2017. Verder heeft het Comité het werkprogramma voor de periode 2019-2021 aangenomen met diverse nieuwe, ambitieuze doelstellingen. Last but not least, heeft het Comité een nieuwe permanente werkgroep in het leven geroepen op het gebied van de informatietechnologie.

Aan de vergadering van het Comité, die werd voorgezeten door mw. Lucia Luijten, namen tien lidstaten deel (AT, BE, CH, CZ, DE, FR, LUX, NL, RO, SK) een één waarnemersstaat (UK). De Europese Commissie was eveneens vertegenwoordigd, alsook de rivierencommissies (Donau, Rijn, Sava) en verschillende door CESNI erkende organisaties (EBU, ESO, ETF, EDINNA, IVR, GERC en CEMT).

De uitstekende arbeidsomstandigheden op het Ministerie en de zorgvuldig voorbereide agenda hebben veel bijgedragen aan de succesvolle en bijzonder productieve vergadering van CESNI en de werkgroep CESNI/QP (Beroepskwalificaties). De werkgroep vergaderde op 6 en 7 november. De heer Jindřich Kušnír, directeur van de afdeling spoorweg- en binnenvaartvervoer van het ministerie heette de CESNI-leden van harte welkom. Daarna gaf hij een kort overzicht van het vervoersbeleid van het vervoersbeleid van de Tsjechische Republiek en alle maatregelen ter bevordering van de binnenvaart.

 

Goedkeuring van 14 standaarden op het gebied van de beroepskwalificaties met inwerkingtreding in 2022

CESNI heeft veertien standaarden aangenomen die voor de gehele Europese Unie en de Rijn de beroepskwalificaties vastleggen op basis van uniforme competenties en medische geschiktheid. De standaarden zijn inhoudelijk gezien gestoeld op de nieuwe benadering waarbij voor alle personen die in de sector willen gaan werken scholing of een examen wordt geëist voordat zij matroos kunnen worden. Vanaf 2022 zal het niet meer mogelijk zijn om alleen door ervaring op te doen stuurman te worden.

  • Standaarden inzake de medische geschiktheid
  • Competentiestandaarden voor het operationeel niveau
  • Competentiestandaarden voor het leidinggevend niveau
  • Competentiestandaarden voor deskundige voor de passagiersvaart
  • Competentiestandaarden voor het varen op binnenwateren van maritieme aard
  • Competentiestandaarden voor het varen met behulp van een radar
  • Competentiestandaarden voor deskundige op het gebied van vloeibaar aardgas (LNG)
  • Standaarden voor het praktijkexamen ter verkrijging van een specifieke vergunning voor het varen met behulp van een radar
  • Standaarden voor het praktijkexamen ter verkrijging van het kwalificatiecertificaat van deskundige voor de passagiersvaart
  • Standaarden voor het praktijkexamen ter verkrijging van het kwalificatiecertificaat van deskundige op het gebied van vloeibaar aardgas (LNG)
  • Standaarden voor het praktijkexamen ter verkrijging van het kwalificatiecertificaat van schipper
  • Standaarden voor de extra module “toezicht” in het kader van het praktijkexamen ter verkrijging van het kwalificatiecertificaat van schipper
  • Standaarden voor de technische en functionele vereisten die van toepassing zijn op binnenvaartsimulatoren en radarsimulatoren
  • Standaarden voor de administratieve procedure voor de goedkeuring van binnenvaartsimulatoren en radarsimulatoren

In het kader van het PLATINA-project werd de basis gelegd voor de competentieprofielen voor schippers en matrozen. Na intensief overleg met de sociale partners en de opleidingsinstituten zijn er nu uniforme competentievereisten tot stand gebracht die de weg effenen voor een grotere arbeidsmobiliteit in Europa. Goedgekeurde opleidingsprogramma’s en examens die inhoudelijk hetzelfde zijn, zullen worden erkend op de Rijn en alle waterwegen van de Europese Unie. Voordat dit in 2022 volledig geïmplementeerd zal kunnen worden, zullen de internationale en nationale regelgevende organen nog veel werk moeten verzetten. De opleidingsinstituten moeten hun lescurricula en opleidingsprogramma’s aanpassen. Ook de examencommissies zullen hun procedures moeten aanpassen om de vereiste praktijkexamens af te kunnen gaan nemen.

Voor de eerste keer in de lange geschiedenis van de binnenvaart zijn nu de theoretische kennis en praktische vaardigheden (competenties) voor de Rijn en alle waterwegen van de Europese Unie op consistente wijze vastgelegd voor de beroepskwalificatie van dekbemanningsleden op operationeel niveau (matroos, volmatroos en stuurman) en op managementniveau (schippers). Voor de schippers zijn nu ook in detail in de standaarden de vereisten vastgelegd om te mogen varen op waterwegen van maritieme aard, om te varen op een schip dat LNG als brandstof gebruikt en om te mogen varen met behulp van radar. Hetzelfde geldt voor deskundigen voor de passagiersvaart en voor deskundigen op het gebied van vloeibaar aardgas (LNG). Deze laatstgenoemden moeten aantonen dat ze over de vereiste vaardigheden beschikken als zij betrokken zijn bij het bunkeren van LNG op schepen die LNG als brandstof gebruiken.

In de toekomst zullen schippers een praktijkexamen moeten afleggen als zij willen varen met behulp van radar. Ook deskundigen voor de passagiersvaart en LNG-deskundigen in spe zullen een praktijkexamen af moeten leggen. Voor al deze praktijkexamens zijn nu de minimale vereisten vastgelegd. Voor het praktijkexamen voor schippers is een aparte module opgezet voor een examen voor zij-instromers die geen goedgekeurd opleidingsprogramma op operationeel niveau hebben gevolgd of geen examen hebben afgelegd waarin zij hebben aangetoond dat zij over de vaardigheden beschikken die nodig zijn om als schipper te mogen varen.

Er zijn technische en functionele eisen vastgelegd en aangenomen voor simulatoren die gebruikt kunnen worden voor het praktijkexamen voor schipper of het examen om met behulp van radar te mogen varen. Deze vereisten maken het mogelijk dat ook deze nieuwe vorm van praktijkexamen internationaal erkend wordt.

Last but not least heeft het Comité voor de eerste keer gedetailleerde, uniforme criteria vastgelegd voor de medische geschiktheid. Er waren al voorschriften voor het gezichtsvermogen en gehoor, maar nu zijn er ook richtsnoeren hoe een definitieve of tijdelijke ongeschiktheid voor de binnenvaart kan worden vastgesteld aan de hand van een internationaal overeengekomen lijst van aandoeningen, waarbij in elk afzonderlijk geval een onderzoek moet plaatsvinden.

Deze “standaarden van Praag” zijn niet rechtstreeks bindend. De CCR, de Europese Unie en andere internationale organisaties, maar ook derde landen kunnen deze standaarden pas toepassen als zij deze in hun respectieve regelgevende kader hebben geïntegreerd. Alleen op deze wijze kunnen zij de afgegeven kwalificatiecertificaten erkennen.

Na goedkeuring door de Europese Commissie, die verwacht wordt op uiterlijk 18 januari 2020, zullen de standaarden in de EU van kracht worden. Vanaf dat tijdstip hebben alle lidstaten twee jaar de tijd de standaarden om te zetten in nationaal recht, zodat zij in januari 2022 op alle waterwegen van de Europese Unie ingevoerd kunnen worden. De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) was er in het verleden al met succes toe overgegaan om beroepskwalificaties en opleidingsprogramma’s van landen buiten het Rijnstroomgebied te erkennen. Parallel hieraan zal de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) inhoudelijk identieke regelingen treffen voor de Rijn, zodat het vrije verkeer van werknemers in de binnenvaart gewaarborgd is en de veiligheid op alle Europese wateren zal kunnen profiteren van deze zogenoemde “standaarden van Praag”.

 

Goedkeuring van ES-TRIN 2019/1 en informatiedocumenten over motoren en traditionele vaartuigen

Het Comité heeft de editie 2019/1 aangenomen van de Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor de binnenvaart. Deze nieuwe versie vervangt de editie uit 2017. Er zijn een aantal belangrijke wijzigingen opgenomen die met name betrekking hebben op:

  • externe automatische defibrillatoren;
  • brandblusinstallaties met het blusmiddel K2CO3;
  • bijzondere bepalingen voor elektrische aandrijvingen (hoofdstuk 11);
  • de overgangsbepalingen inzake:
    • geluidsnormen,
    • motoren,
    • elektrische apparaten en installaties,
    • bijboten,
    • vluchtwegen op passagiersschepen,
    • het voortstuwingssysteem van passagiersschepen en
    • de veiligheidsinstallaties achter het achterpiekschot;
  • Diverse correcties van redactionele aard in de verschillende taalversies.

 

ES-TRIN is als zodanig niet bindend. De CCR, de Europese Unie en andere internationale organisaties of derde landen kunnen deze standaard toepassen door er in hun eigen wetsbepalingen naar te verwijzen.

De CCR en de EU zijn voornemens om de nieuwe ES-TRIN 2019/1 op 1 januari 2020 tegelijkertijd in hun lidstaten van kracht te laten worden. Dit zal worden gedaan door een verwijzing in hun respectievelijke wetgeving.

 

In samenwerking met de Europese Vereniging van motorfabrikanten (EUROMOT) heeft het Comité bovendien besloten een document te publiceren met antwoorden op vaak gestelde vragen (FAQ). Dit document is bedoeld om betrokkenen uit de sector te helpen bij het begrijpen en implementeren van de vereisten die van toepassing zijn op motoren voor binnenschepen op grond van de bepalingen in de NRMM-verordening (EU) 2016/1628 (verordening inzake niet voor de weg bestemde mobiele machines) en in de ES-TRIN.

Het Comité heeft verder een informatiedocument goedgekeurd over de manier waarop hoofdstuk 24 van ES-TRIN met betrekking tot traditionele vaartuigen moet worden toegepast.

 

Goedkeuring van het werkprogramma 2019-2021

CESNI heeft voor de komende drie jaar (2019-2021) een werkprogramma aangenomen. Dit werkprogramma is gebaseerd op de strategische richtsnoeren die door de Europese Commissie en het secretariaat van de CCR werden voorgesteld. Het ambitieuze werkprogramma kwam tot stand na intensief overleg met de verschillende binnenvaart-stakeholders, waaronder met name de erkende organisaties die de industrie en het bedrijfsleven vertegenwoordigen. Begin 2019 zal het werkprogramma verder worden uitgewerkt in het licht van de prioriteiten van het Comité en om een succesvolle uitvoering te kunnen waarborgen.

Begin 2019 zal het Comité van start gaan met het werk op het gebied van de informatietechnologie. Daar vallen ook de RIS (River Information Services) onder. Dit betekent dat het werkprogramma van CESNI zal worden uitgebreid met belangrijke taken op dit nieuwe activiteitengebied, dus naast de taken die verricht worden voor de beroepskwalificaties en de technische voorschriften voor schepen.

 

Oprichting van de werkgroep CESNI/TI

Voor de uitvoering van het werkprogramma op het gebied van de informatietechnologie, heeft het Comité een permanente werkgroep voor informatietechnologie (CESNI/TI) opgericht. Deze nieuwe werkgroep is al de derde in zijn soort en daarom zal men kunnen profiteren van de waardevolle ervaringen die zijn opgedaan met de al bestaande werkgroepen CESNI/PT, de werkgroep voor technische voorschriften, en CESNI/QP, de werkgroep voor beroepskwalificaties. De nieuwe werkgroep zal zich voornamelijk gaan bezighouden met voorstellen voor technische standaarden op het gebied van informatietechnologie, in het bijzonder voor de RIS. Tot het takenpakket behoren verder ook het begeleiden van de goede tenuitvoerlegging van de standaarden voor de RIS en andere gebieden met betrekking tot de informatietechnologie, het verrichten van analyses en het verstrekken van adviezen over de standaarden op IT-gebied.

De leden van CESNI zijn van mening dat het goed zou zijn om de bestaande RIS-deskundigengroepen, namelijk de ECDIS-, VTT-, ERI- en NtS-expertgroups, geleidelijk aan te integreren in de organisatiestructuur en procedures van CESNI. De nieuwe werkgroep voor informatietechnologie (CESNI/TI) zal om te beginnen voorstellen gaan uitwerken om deze integratie te bewerkstelligen en zal dit doen in nauw overleg met de genoemde expertgroups.

(Bron: CESNI-secretariaat)