Vergadering van CESNI op 10 april 2019

10/04/2019

 

Straatsburg, 10 april 2019 – Het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart (CESNI) is afgelopen 10 april in Straatsburg bijeengekomen. De vergadering werd voorgezeten door mevrouw Lucia Luijten uit Nederland. Op de vergadering waren elf lidstaten (Oostenrijk, België, Tsjechische Republiek, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Polen, Roemenië, Slowakije, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk) vertegenwoordigd.  Ook van de Europese Commissie, van de riviercommissies (Moezel en Rijn), alsmede van zeven door CESNI erkende organisaties hebben er vertegenwoordigers aan de vergadering van het comité deelgenomen (Aquapol, EBU, EDINNA, ESO, ETF, GERC en IVR).

 

Nieuwe publicaties en updates op het gebied van de technische voorschriften voor binnenvaartschepen

 

Tijdens vergadering op 10 april heeft CESNI een aantal nieuwe documenten goedgekeurd en de aanwezigen geïnformeerd over nieuwe publicaties op de website van CESNI op het gebied van de technische voorschriften voor binnenvaartschepen:

 

 

Het document waarin de wijzigingen die in de ES-TRIN (Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen), editie 2019/1, worden toegelicht, werd door CESNI aangenomen en zal nu online worden geplaatst. Dit document beschrijft in het kort waarom de wijzigingen in de ES-TRIN 2019/1 werden opgenomen en wat de gevolgen ervan zullen zijn. CESNI heeft er de nadruk op gelegd dat deze toelichting belangrijk is met het oog op de transparantie van de informatie, niet alleen voor de betrokken partijen maar ook voor een ruimere kring belangstellenden.

 

 

Het CESNI-secretariaat ontvangt regelmatig vragen van geïnteresseerden om informatie te verstrekken over de procedure voor ontheffingen en gelijkwaardigheden van de technische voorschriften. Om ook hier te zorgen voor transparantie en de nodige informatie, zowel tegen de achtergrond van het rechtskader van de EU als dat van de CCR, heeft CESNI een informatieblad aangenomen. Dit informatieblad zal ook op de website worden geplaatst. De procedure die in dit document wordt beschreven, biedt de mogelijkheid om ervaring op te doen met proefprojecten (bijvoorbeeld voor alternatieve brandstoffen). Op deze manier wordt actief bijgedragen aan innovatie en een vergroening van de vloot.

 

 

CESNI heeft in samenwerking met EUROMOT, de European Association of Internal Combustion Engine Manufacturers, het document geactualiseerd met vaak gestelde vragen (FAQ’s). Dit document is bedoeld om het bedrijfsleven hulp te bieden bij het begrijpen en toepassen van de vereisten die gelden voor binnenvaartmotoren vanwege de nieuwe voorschriften in verordening (EU) 2016/1628 inzake niet voor de weg bestemde motoren in mobiele machines (NRMM) en in de ES-TRIN. Deze nieuwe versie van 2019 biedt uitleg over het gebruik van bepaalde motorcategorieën (NRE en Euro VI), motoren met een gereduceerd vermogen en uitlaatnabehandelingsystemen voor nieuwe en bestaande motoren.

Verder heeft CESNI aangekondigd dat het de bedoeling is om binnenkort richtsnoeren te publiceren voor een procedure die gevolgd kan worden om na te gaan of gemariniseerde motoren in aanmerking komen voor toepassing in binnenvaartschepen (met andere woorden, motoren die gebruikt worden in vrachtwagens of andere industriële machines en worden aangepast om geïnstalleerd te kunnen worden aan boord van binnenvaartschepen).

 

 

ES-TRIN bevat bepalingen voor de goedkeuring van apparatuur en installaties, maar ook voor inbouwbedrijven en technische diensten. Op grond van de ES-TRIN en de daarmee samenhangende rechtskaders (het Reglement Onderzoek schepen op de Rijn en Richtlijn (EU) 2016/1629) ligt de bevoegdheid voor deze typegoedkeuringen bij de nationale autoriteiten.

 

CESNI heeft de website “listes.cesni.eu” gelanceerd. Deze website is bedoeld om:

  • de leden van CESNI de mogelijkheid te bieden informatie uit te wisselen over de goedkeuringen die op nationaal niveau werden verstrekt,
  • in brede kring beter te kunnen informeren over goedgekeurde apparatuur, installaties en erkende inbouwfirma’s, en
  • het werk van de Commissies van Deskundigen en voor de controlerende ambtenaren, de handhaving te vergemakkelijken.

 

Bovendien biedt de nieuwe website algemene informatie over de taken van de Commissies van Deskundigen en bevoegde autoriteiten voor wat betreft de technische voorschriften voor binnenvaartschepen.

De werkgroep CESNI/PT zal dit jaar onderzoeken of het mogelijk is de website aan te vullen met informatie over andere uitrustingen (bijvoorbeeld ankers).

 

Overleg over uniforme modellen voor kwalificatiecertificaten

 

Op het gebied van de beroepskwalificaties heeft CESNI zich beziggehouden met het uitwerken van nieuwe modellen voor de bemanningsdocumenten. Deze modellen moeten op grond van artikel 34 van Richtlijn (EU) 2017/2397 op zijn laatst op 17 januari 2020 in uitvoeringshandelingen worden vastgelegd. Zij zullen ook opgenomen worden in bijlagen bij het herziene Reglement betreffende het Scheepvaartpersoneel op de Rijn (RSP). De nieuwe modellen voor de verschillende documenten zijn een concreet resultaat van de gemoderniseerde voorschriften voor de beroepskwalificaties die tot doel hebben de binnenvaart attractiever te maken en “fit for the future”.

 

Het CESNI heeft besloten om op de vergadering die voorzien is in oktober van dit jaar de goedkeuring te voorzien van ontwerpstandaarden voor de volgende modellen:

  • dienstboekje,
  • dienstboekje gecombineerd met beroepskwalificaties (andere dan die voor schipper),
  • vaartijdenboek,
  • certificaat voor het praktijkexamen, en
  • certificaten voor de kwalificatie van schipper en voor LNG-deskundige en de deskundige voor de passagiersvaart.

 

Richtlijn (EU) 2397/2017 bepaalt dat de Europese Commissie het Europees Parlement en de Raad voor 17 januari 2026 een evaluatie moet voorleggen voor een fraudebestendig elektronisch dienstboekje en vaartijdenboek. CESNI heeft echter nu al een voorstel gedaan voor een elektronisch formaat voor het kwalificatiecertificaat voor schipper, voor de LNG-deskundige en voor de deskundige voor de passagiersvaart.

 

De CESNI-experts zijn van mening dat het mogelijk is een elektronisch format te maken, met een elektronische handtekening, dat off-line per computer, tablet of smartphone kan worden uitgelezen. Als een schipper extra kwalificaties haalt, zoals een specifieke vergunning voor het varen met behulp van radar, of het bevaren van riviergedeelten met specifieke risico’s, kan de bevoegde autoriteit een dergelijk elektronisch document gemakkelijk aanpassen. Oorspronkelijk waren er naast kwalificatiecertificaten nog aparte plastic kaartjes voorzien voor elke afzonderlijke kwalificatie, maar met behulp van dit CESNI-model is er maar één certificaat nodig. Ook als er medische beperkingen veranderd moeten worden, is een update gemakkelijk. Het e-certificaat is goedkoper en heeft niet het probleem dat de ruimte beperkt is zoals op een ID-kaart. De houder van het document kan een kopie van het e-certificaat uitprinten, terwijl het origineel bij de autoriteit van afgifte blijft (kan dus niet verloren gaan). Schippers, deskundigen voor de passagiersvaart, LNG-deskundigen, maar ook overheidsdiensten, hebben daardoor minder administratieve lasten.

 

CESNI stelt voor om de houder de keuze te bieden tussen een elektronisch format of een fysiek document, maar hoopt dat als het gaat om de beroepskwalificaties, het elektronische format snel van iedereen de voorkeur zal krijgen. Men denkt dat dit initiatief de weg zal effenen voor elektronische dienstboekjes en vaartijdenboeken. Er is daarom ook al een 2D-streepjescode voorzien op de nieuwe, fysieke bekwaamheidscertificaten voor alle bemanningsleden en het veiligheidspersoneel. Deze certificaten kunnen dan gelinkt worden aan de inhoud van de Europese bemanningsdatabank. Dit zal de controles op de dienstboekjes die na 17 januari 2022 worden afgegeven, sterk vereenvoudigen. Bovendien voorkomt dit de situatie dat één persoon meer dan één bewijs voor zijn kwalificaties heeft.

 

Verzoek om erkenning van de vereniging “European Maritime Heritage” (EMH)

 

CESNI heeft besloten om de EMH de status toe te kennen van erkende non-gouvernementele organisatie voor een periode van vijf jaar, die daarna stilzwijgend kan worden verlengd. De EMH zal vanaf nu worden uitgenodigd om deel te nemen aan de activiteiten van CESNI, met name op het gebied van de technische voorschriften voor traditionele vaartuigen. De EMH is een non-gouvernementele organisatie zonder winstoogmerk voor particuliere eigenaren van traditionele vaartuigen, alsmede voor maritieme musea en andere belangenorganisaties.

 

Werkprogramma 2019-2021

 

Het CESNI heeft verder nog naar aanleiding van de bespreking van verschillende probleemanalyses een aantal kleinere wijzigingen aangebracht in zijn werkprogramma voor de jaren 2019 tot 2021. Het werkprogramma vormt een sturingsinstrument waarmee CESNI bestaande standaarden regelmatig kan aanpassen of nieuwe standaarden kan aannemen om het hoge veiligheidsniveau in de binnenvaart te behouden en te kunnen waarborgen, met name op het gebied van de technische voorschriften voor binnenvaartschepen en de beroepskwalificaties. In het kader van dit instrument zet het comité zich ervoor in om technische ontwikkelingen op de voet te volgen en innovatie mogelijk te maken. Men denke daarbij aan alternatieve brandstoffen, automatisering, moderne tools voor training en examens, of het bevorderen van de digitalisering in de binnenvaart. CESNI plant ook verschillende activiteiten om de goede implementatie van de standaarden te ondersteunen, bijvoorbeeld door te komen tot een uniforme interpretatie van de voorschriften of door richtsnoeren te publiceren. Last but not least is CESNI een orgaan dat, steeds vanuit de invalshoek van eventuele aanpassingen van de regelgeving, adviezen verstrekt en analyses verricht ten aanzien van prioritaire onderwerpen die samenhangen met de veiligheid en verduurzaming van de binnenvaart.