CESNI keurt sinds 2015 standaarden goed op het gebied van beroepskwalificaties in de binnenvaart. De veiligheid van de binnenvaart is in grote mate afhankelijk van competente, goed opgeleide personeelsleden, die interessante carrièremogelijkheden hebben en mobiel zijn in Europa.
De CCR en de Europese Commissie zijn zich ervan bewust dat dit de nodige uitdagingen met zich meebrengt en zijn er daarom toe overgegaan de toepasselijke regels sterk te moderniseren. De aanpak is voortaan gestoeld op duidelijk omschreven competenties die de basis vormen van een geharmoniseerd stelsel van beroepskwalificaties in de EU en op de Rijn. Concreet betekent dit dat de kwalificaties schipper, stuurman en matroos die in een van de lidstaten van de EU of de CCR of in een erkend derde land worden behaald, geldig zijn op alle (verbonden) binnenwateren in de EU en de Rijn, zonder dat de betrokkene een erkenningsprocedure moet doorlopen of de ervaring die hij heeft opgedaan, moet laten valideren.
Hoe dit nieuwe regelgevingskader in de praktijk moet worden toegepast, is vastgelegd in ES-QIN.
De belangrijkste doelstellingen van de standaarden zijn:
de arbeidsmobiliteit bevorderen,
de attractiviteit van binnenvaartberoepen vergroeten,
een veilige scheepvaart waarborgen door duidelijk omschreven eisen te stellen op het gebied van kennis, vaardigheden en geschiktheid, en
ES-QIN vormt de hoeksteen voor een moderne binnenvaartsector met zeer gekwalificeerde arbeidskrachten.
Dit referentiekader heeft betrekking op de volledige loopbaan van het binnenvaartpersoneel:
Opleiding: in ES-QIN is vastgelegd over welke competenties een bemanningslid moet beschikken; hierbij wordt er uitgegaan van een gemeenschappelijke basis, die kan worden aangevuld met extra competenties voor specifieke activiteiten (varen met behulp van een radar, varen op binnenwateren van maritieme aard, passagiersvaart, varen met LNG als brandstof enz.).
Evaluatie: in ES-QIN is vastgelegd welke competenties moeten worden geëvalueerd om de verworven kennis te valideren, en aan welke vereisten de bij examens gebruikte simulatoren moeten voldoen.
Kwalificatiecertificaten: ES-QIN bevat de modellen voor de documenten waarmee de geschiktheid of bepaalde kwalificaties kunnen worden aangetoond (certificaten), maar ook de voorwaarden voor het in aanmerking nemen van de ervaring die het scheepvaartpersoneel heeft opgedaan, met het oog op loopbaanontwikkeling.
Medische geschiktheid: in ES-QIN is een gedetailleerde lijst opgenomen van de medische criteria op basis waarvan artsen de (lichamelijke en geestelijke) geschiktheid van bemanningsleden moeten beoordelen. Deze criteria zijn bedoeld om de veiligheid van het schip, de bemanning, de passagiers en de lading te waarborgen in de specifieke binnenvaartcontext.
ES-QIN is beschikbaar in vier talen (Frans, Duits, Nederlands en Engels). Voor een aantal andere talen zijn er niet-officiële vertalingen beschikbaar.
ES-QIN omvat:
1) Een eerste reeks standaarden, de zogenaamde “Praagse standaarden”, die in 2018 zijn aangenomen (zie het persbericht) en uit vier hoofddelen bestaan:
Deel I: Competentiestandaarden
Operationeel en leidinggevend niveau
Varen op binnenwateren van maritieme aard, varen met behulp van een radar
Deel II: Standaarden voor praktijkexamens
Varen met behulp van een radar
Deskundige voor de passagiersvaart
Deskundige op het gebied van vloeibaar aardgas
Schipper
Extra module “toezicht” (schipper)
Deel III: Standaarden voor de goedkeuring van simulatoren
Technische en functionele vereisten
Administratieve procedure
Deel IV: Standaarden inzake de medische geschiktheid (algemene conditie, gezichtsvermogen en gehoor)
2) Een tweede reeks van vijf standaarden voor modellen, die in 2019 werden aangenomen en zijn ondergebracht in:
Deel V: Standaarden voor modellen van documenten met betrekking tot de bemanning in de binnenvaart
Kwalificatiecertificaten (schipper, LNG-deskundige, deskundige voor de passagiersvaart)
Dienstboekje gecombineerd met kwalificatiecertificaten
Diploma’s voor aan een simulator afgelegde praktijkexamens
Dienstboekje
Vaartijdenboek
Deze standaarden kunnen worden geactualiseerd als ze bijvoorbeeld door technologische innovaties moeten worden gemoderniseerd.
Competentiestandaarden
In het geval van kwalificaties voor dekbemanningsleden op operationeel niveau (matroos, volmatroos en stuurman) en op leidinggevend niveau (schipper) zijn theoretische kennis en praktische vaardigheden (competenties) voor alle waterwegen van de Europese Unie en voor de Rijn vastgelegd. De competentiestandaarden leggen ook vast aan welke vereisten moet worden voldaan om een specifieke vergunning te verkrijgen voor:
het varen op binnenwateren van maritieme aard;
het varen met behulp van een radar;
het bedienen van een vaartuig dat vloeibaar aardgas als brandstof gebruikt.
Hetzelfde geldt voor:
deskundigen voor de passagiersvaart, die over de nodige kwalificaties moeten beschikken om maatregelen te nemen in noodsituaties aan boord van passagiersschepen;
LNG-deskundigen, die competenties moeten aantonen wanneer zij betrokken zijn bij de bunkerprocedure van een vaartuig dat LNG als brandstof gebruikt.
Uniforme competentievereisten maken de weg vrij voor een grotere arbeidsmobiliteit in Europa. Deze vereisten zijn ontwikkeld in het kader van het PLATINA-project voor schippers en matrozen, en zijn tot stand gebracht in nauw overleg met de sociale partners en opleidingsinstituten.
Standaarden voor praktijkexamens
CESNI heeft standaarden opgesteld voor geharmoniseerde praktijkexamens op Europees vlak. Het gaat om examens op leidinggevend niveau (schipper) en operationeel niveau (matroos, volmatroos en stuurman).
De deskundigen van CESNI/QP hebben nog meer gedaan en zelfs modelexamens uitgewerkt. Deze kunnen door de examencommissies als voorbeeld worden gebruikt en zijn bedoeld om in de Europese binnenvaart een level playing field tot stand te brengen.
Er zijn minimumvereisten vastgelegd voor de verplichte praktijkexamens voor schippers, voor de kwalificatie om te varen met behulp van een radar alsook voor deskundigen voor de passagiersvaart en deskundigen op het gebied van LNG. In het geval van het praktijkexamen voor schippers is een extra module vastgelegd voor zij-instromers. Deze module is bedoeld voor kandidaten die geen goedgekeurd opleidingsprogramma voor het operationeel niveau hebben afgerond, of nog niet door middel van een examen hebben aangetoond dat zij beschikken over de kennis die vereist is voor de functie van matroos.
Standaarden voor de goedkeuring van simulatoren
Voor binnenvaartsimulatoren die worden gebruikt voor de praktijkexamens voor schippers en voor de verkrijging van de vergunning om te varen met behulp van een radar zijn er uniforme technische en functionele vereisten vastgelegd. Deze vereisten dragen ertoe bij dat deze nieuwe vorm om een praktijkexamen af te leggen ook op internationaal vlak erkend is.
Standaarden inzake de medische geschiktheid
Voor de eerste maal zijn er gedetailleerde en consistente criteria voor de medische geschiktheid vastgesteld. Deze criteria bevatten, naast de bestaande bepalingen voor het gezichtsvermogen en het gehoor, ook richtsnoeren waarmee een permanente of tijdelijke ongeschiktheid nader gedefinieerd wordt. De criteria zijn gebaseerd op de internationaal erkende lijst van aandoeningen die voor de uitoefening van een beroep in de binnenvaart een rol spelen en voor elk afzonderlijk geval moeten worden onderzocht. Afgezien hiervan hebben de deskundigen een model voor de medische verklaring opgesteld, die in grote lijnen de medische verklaring van de CCR volgt. Dit model is bedoeld om een overzichtelijk en eenduidig formulier te bieden, zowel voor medisch personeel als voor de autoriteiten van afgifte die deze verklaring nodig hebben. Erkende artsen kunnen dit model gebruiken.
Standaarden voor documenten met betrekking tot de bemanning in de binnenvaart
Voor de documenten voor schippers en deskundigen heeft CESNI zowel een elektronisch als een fysiek formaat vastgelegd. De invoering van documenten in elektronisch formaat is geheel nieuw in de binnenvaart. Het vereenvoudigt de procedures voor de schippers en overheidsinstanties.
Het elektronische formaat heeft een elektronische zegel dat is opgenomen in een PDF/A-document, en een 2D-streepjescode met een link naar de European Crew Database (ECDB). Zowel het elektronische als het fysieke document zijn zo ontworpen dat de schipper niet langer verschillende documenten nodig heeft om zijn bekwaamheid als schipper aan te tonen of om op riviergedeelten met specifieke risico’s of met behulp van een radar te mogen varen.
Model van het kwalificatiecertificaat (schipper)
Voor andere bemanningsleden dan schippers, bijvoorbeeld voor matrozen of machinisten, zijn de kwalificatiecertificaten ondergebracht in één enkel document, namelijk het dienstboekje waarin de kwalificatiecertificaten worden bijgeschreven. Ook dit document bevat een 2D-streepjescode met een link naar de European Crew Database (ECDB).
De modellen van dienstboekjes (een voor schippers en het tweede bovengenoemde gecombineerde model) bevatten geharmoniseerde instructies voor de autoriteiten van afgifte en voor de kenmerken van het document. Zij maken ook de registratie mogelijk van de diensttijd aan boord in overeenstemming met de ADN-vereisten en van de vaartijd op specifieke trajecten of met grote konvooien. CESNI heeft ook bepaald dat alle bovengenoemde documenten moeten zijn voorzien van een geharmoniseerd volgnummer, waardoor deze gemakkelijker kunnen worden geïdentificeerd (zie de veelgestelde vragen (FAQ’s) over het administratief beheer van certificaten).
In het model voor het vaartijdenboek is de opmaak voor de vaartijdenboeken uniform vastgelegd en zijn instructies voorzien voor de autoriteiten, waaronder de invoering van een eenvoudig, uniform nummeringssysteem voor de functies aan boord.
In de genoemde standaarden is er ook een geharmoniseerd formaat vastgelegd voor het kwalificatiecertificaat voor een aan een simulator afgelegd praktijkexamen; met een dergelijk certificaat kan worden aangetoond dat een praktijkexamen ter verkrijging van het kwalificatiecertificaat schipper of een specifieke vergunning voor het varen met behulp van een radar werd afgelegd aan een simulator, terwijl het certificaat of de specifieke vergunning elders moeten worden afgegeven.
De CESNI-standaarden zelf zijn niet bindend. De CCR, de EU en andere internationale organisaties of derde landen zullen de standaarden kunnen toepassen door ze in hun respectieve rechtskaders op te nemen.
De EU en de CCR zijn overeengekomen de ES-QIN-standaard in hun rechtskaders over te nemen. De lidstaten zullen de standaard ook in nationaal recht moeten omzetten, zodat deze op de Europese binnenwateren kan worden toegepast.
De internationale deskundigen van CESNI/QP hebben voor het binnenvaartpersoneel nog andere eisen opgesteld die gericht zijn op de verschillende fasen van het beroepsleven.
Basisopleiding veiligheid voor nieuwkomers in het beroep (deksman)
Verschillende landen hebben nog geen nationale vereisten voor de basisopleiding veiligheid voor deksmannen. CESNI is van mening dat het nuttig is om aanbevelingen te hebben voor een opleiding waarin de meest voorkomende risico’s aan boord van conventionele schepen aan bod komen. De opleiding is bestemd voor deksmannen die aan het begin van hun carrière in de binnenvaart staan en geen beroepsopleiding voor de binnenvaart volgen. Deze aanbevelingen worden op ruime schaal door de lidstaten van CESNI toegepast.
Gestandaardiseerde communicatiezinnen
Toekomstige matrozen en schippers moeten in staat zijn om in verschillende situaties standaardzinnen te gebruiken om communicatieproblemen te voorkomen.
CESNI heeft daarom gestandaardiseerde communicatiezinnen bijeengebracht op basis van een gratis app voor mobieltjes, LE SINCP, die ontwikkeld werd door binnenvaartscholen in Duitsland en Nederland in het kader van het INTERREG-project “Ler(n)ende Euregio”.
Deze gestandaardiseerde communicatiezinnen zijn volledig in overeenstemming met de toepasselijke verkeersvoorschriften van het Politiereglement en de regels voor de internationale radiocommunicatie en dragen bij aan een betere communicatie in verschillende situaties, waardoor zij de veiligheid aan boord ten goede zullen komen.
Richtsnoeren voor milieuvriendelijk en efficiënt varen (ecologisch varen)
Schippers moeten in het licht van de energietransitie milieuvriendelijke vaarpraktijken toepassen. CESNI heeft daartoe aanbevelingen opgesteld die door opleidingsinstituten en scholen kunnen worden gebruikt. Het doel is om toekomstige schippers bewust te maken van hun verantwoordelijkheid om de milieueffecten van binnenschepen te verminderen.
Richtsnoeren voor het bedienen van vaartuigen die alternatieve technologieën gebruiken
CESNI heeft aanbevelingen opgesteld met betrekking tot de competentievereisten voor:
het bedienen van vaartuigen die methanol als brandstof gebruiken;
het bedienen van vaartuigen die zijn uitgerust met een stroomvoorziening voor de voortstuwing.
Deze richtsnoeren zijn in eerste instantie bedoeld voor opleidingsinstituten en scholen die studenten opleiden in nieuwe technologieën. Ze kunnen eveneens worden gebruikt door scheepseigenaren en verzekeringsmaatschappijen, die mogelijk ook eisen hebben ten aanzien van bemanningsleden.
Dezelfde benadering zal worden gevolgd voor het opstellen van aanbevelingen met betrekking tot de competentievereisten voor het bedienen van vaartuigen die waterstof als brandstof gebruiken.
Lopende werkzaamheden voor het moderniseren van de kwalificaties
De deskundigen van CESNI/QP werken aan de kwalificaties voor de toekomst om de binnenvaartsector te helpen bij:
de aanpassing aan de nieuwe digitale omgeving: ondersteuning van het personeel dat moet werken in een steeds sterker gedigitaliseerde omgeving (en meer in het algemeen te maken krijgt met systemen voor een sterkere automatisering in de binnenvaart);
de aanpassing aan de energietransitie: begeleiding van het personeel bij de energietransitie, bijvoorbeeld door middel van richtsnoeren voor het gebruik van nieuwe voortstuwingssystemen aan boord van de schepen;
flexibelere bemanningsvoorschriften tot stand te brengen;
ondernemerschap te bevorderen: vastleggen van competenties die men nodig heeft om binnenvaart- ondernemer te worden.
Dit zijn verschillende aspecten die nu al geïdentificeerd zijn en van belang zijn voor binnenvaartpersoneel om zich aan te passen aan maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. De CESNI/QP-deskundigen zullen alle nieuwe ontwikkelingen op de voet volgen en blijven werken aan de modernisering van de bemanningsvoorschriften.